De gemeente Den Haag heeft een nieuwe Nota Broedplaatsenbeleid gepresenteerd. Met deze nota zet de stad in op betaalbare werkplekken voor kunstenaars en creatieve ondernemers, de zogenaamde broedplaatsen. Ook is er aandacht voor de belangrijke rol van broedplaatsen in de ontwikkeling van wijken en buurten. Zo krijgen kunstenaars, makers en creatieve ondernemers de ruimte om te groeien.

Den Haag kent een rijke traditie van broedplaatsen, wat heeft geresulteerd in een breed en divers netwerk van initiatieven verspreid over de stad. Momenteel is er zo’n 47.000 vierkante meter beschikbaar voor ateliers en broedplaatsen. Toch komt deze ruimte steeds meer onder druk te staan. Tijdelijke locaties verdwijnen bijvoorbeeld door herontwikkeling, terwijl de behoefte aan ruimte voor experiment, samenwerking en culturele productie groeit. De kern van de nieuwe Nota Broedplaatsen 2025-2030 is dat het aantal vierkante meters voor culturele broedplaatsen minimaal gelijk blijft, met een sterke ambitie om mee te groeien met de stad.

"Broedplaatsen geven een kenmerkende identiteit en een 'smoel' aan wijken en buurten", zegt wethouder Saskia Bruines (foto onder) van Cultuur en Economische ontwikkeling. "Een stad zonder ruimte voor makers is een stad zonder verbeelding. In broedplaatsen ontmoeten creatieve geesten elkaar, werken ze samen en komen nieuwe projecten van de grond. Dat versterkt niet alleen de culturele vitaliteit van de stad, maar ook de sociale cohesie en de economie. Zulke plekken zijn dus onmisbaar voor een groeiende en bruisende stad. Deze nota onderstreept dat belang en borgt het bestaan van betaalbare werkruimtes."

Tekst gaat door onder foto.

Foto: Phil Nijhuis.

Energie en saamhorigheid

Om alle ambities te kunnen realiseren wordt gewerkt via verschillende sporen, vertelt Bruines. "Allereerst verbeteren we het bestaande aanbod. Bijvoorbeeld met de uitbreiding van het Makelpunt, dat vraag en aanbod van werkplekken bij elkaar brengt, zodat ook creatieve ruimte hierop wordt aangeboden. Daarnaast wordt de samenwerking tussen gemeente, corporaties en marktpartijen versterkt, zodat ook zij bijdragen aan voldoende en betaalbare ruimte voor creativiteit. Kunstenaars en creatieve ondernemers kunnen straks makkelijker geschikte ruimte vinden, tijdelijk of vast, groot of klein."

Ook in gebieden van Den Haag die volop in ontwikkeling zijn, zoals de Binckhorst en Zuidwest, is er aandacht voor betaalbare werkplekken voor kunstenaars en creatieve ondernemers. "Nieuwe woningbouw en gebiedsontwikkelingen moeten standaard bijdragen aan de aanwezigheid van creatieve ruimte. Zo krijgt de hele stad de kans mee te profiteren van de energie en saamhorigheid die broedplaatsen brengen", zegt Bruines. "Voorbeelden zoals Subterra, Gr8 en Pollux Studio’s laten zien wat er mogelijk is: plekken waar ontmoeting, creativiteit en nieuwe ideeën samenkomen en zo bijdragen aan een levendige stad."